Je hebt vast wel eens gehoord van majeur en mineur. Meestal worden deze beschreven als vrolijk en triest. Majeur toonladders, sleutels en akkoorden klinken vaak helderder en brengen een positieve vibe aan in de muziek. Mineur toonladders klinken vaak donkerder en onheilspellender.
Majeur = vrolijk!
Mineur = Verdrietig...
Wat denk je? Is dit altijd juist of te makkelijk gedacht?
Laat ik het antwoord alvast verklappen: het ligt allemaal net wat complexer.
In dit artikel leer je alles over majeur en mineur.
Over majeur en mineur toonladders
We beginnen bij de toonladders. Wat is het verschil tussen een majeur en mineur toonladder? Laten we de twee eens met elkaar vergelijken.
Opfrisser: C-Majeur toonladder

De afstanden tussen de noten:
- C-D: hele toonafstand
- D-E: hele toonafstand
- E-F: halve toonafstand
- F-G: hele toonafstand
- G-A: hele toonafstand
- A-B: hele toonafstand
- B-C: halve toonafstand
Vind je dit nog wat lastig? Kijk dan eens naar een piano. Hierop zijn de halve toonafstanden van C-majeur duidelijk te zien. Er zitten geen zwarte tonen tussen E-F en B-C. Makkelijk hè?
Op deze manier maak je vanaf iedere toon een majeur toonladder. Er zijn geen uitzonderingen!
Paralelle A-mineur toonladder
Iedere majeur toonladder heeft een relatieve mineur toonladder. Voor C-majeur is dit A-mineur. De toonladder bestaat uit dezelfde noten, maar begint op een andere toon. Hierdoor verandert de afstand tussen de noten en de klank van de toonladder.

De afstanden tussen de noten:
- A-B: hele toonafstand
- B-C: halve toonafstand
- C-D: hele toonafstand
- D-E: hele toonafstand
- E-F: halve toonafstand
- F-G: hele toonafstand
- G-A: hele toonafstand
Dit is voor iedere mineur toonladder hetzelfde.
De regel voor majeur en mineur
Bij majeur toonladders is de afstand tussen de noten:
1-1-½-1-1-1-½
Mineur toonladder zijn anders. Hiervoor gebruik je de afstanden:
1-½-1-1-½-1-1
Hoe vind je de juiste mineur toonladder bij de majeur toonladder?
Hoe weten we dat A-mineur bij C-majeur hoort? Laten we eens kijken naar de muziektheorie. Er is een simpele regel: de zesde toon van een majeur toonladder is de begintoon van de mineur toonladder.
Voorbeeld:
C-D-E-F-G-A-B-C
Nu zie je dat de zesde toon van C-majeur een A is. Hierdoor weten we dat A-mineur bij C-majeur hoort.
Nog meer leren over toonladders?
Wil je meer leren over de mineur en majeur toonladders? Lees dan verder in ons artikel: Alles wat je wilt weten over toonladders (link invoegen).
Hoe herken je majeur of mineur in pop muziek?
Stel je voor: je luistert naar je favoriete liedje. Hoe weet je of het liedje in majeur of mineur geschreven is? Laten we kijken naar de muziektheorie.
Natuurlijk kun je kijken naar de noten die in het liedje voorkomen. Maar nu begint de verwarring, want voor iedere majeur sleutel is er een mineur sleutel die dezelfde noten gebruikt.
Een overzicht:
- C-D-E-F-G-A-B-C komen voor in C-majeur en A-mineur
- G-A-B-C-D-E-F#-G komen voor in G-majeur en E-mineur
- F-G-A-Bb-C-D-E-F komen voor in F-majeur en D-mineur
- D-E-F#-G-A-B-C#-D komen voor in D-majeur en B-mineur
- Bb-C-D-Eb-F-G-A-Bb komen voor in Bb-majeur en G-mineur
Dus een liedje zonder kruizen of mollen kan nog steeds in C of A geschreven zijn.
Toch zijn er wel hints te vinden in de muziek. We geven je drie tips:
Luister goed naar het liedje
Klinkt het heel vrolijk? Of hoor je iets anders?
Vaak zijn vrolijke nummers geschreven in een majeur toonsoort. Maar laat je niet mislijden. Zo is bijvoorbeeld Tears in Heaven van Eric Clapton gescreven in A majeur, terwijl het heel verdrietig klinkt.
Vind de eerste en laatste noot
Vaak is één of beiden dezelfde toon als de toonsoort. Dat zie je meestal bij simpele kinderliedjes zoals Vader Jakob of Een, twee, drie, vier, hoedje van papier.
Natuurlijk is het niet altijd zo dat de eerste of laatste noot hetzelfde is. Dit merk je direct, omdat dit je een wat ongemakkelijk gevoel geeft. Een nummer klinkt dan niet af.
Zing of speel mee
Denk je dat je de juiste toonsoort hebt gevonden? Test het door de grondnoot te zingen of te spelen. Als je denkt dat de toonsoort C-majeur is, zing of speel je C tijdens het nummer. Klinkt het mooi? Dan heb je het waarschijnlijk goed.
Let wel op, want in veel nummers komen toonsoortwisselingen voor. Vind daarom eerst de toonsoort van het couplet en kijk daarna naar het refrein.
Waarom wil je de toonsoort van een nummer weten?
Het is een goede manier om je oren te trainen, en we weten allemaal dat soflège heel belangrijk is voor iedere muzikant. Ook moet je voor improvisatie altijd weten in welke toonsoort een nummer staat. Stel je voor dat je meespeelt in een jazz band en een stukje wilt improviseren. Doe aan gehoortraining met Sonid en je weet altijd welke noten je moet spelen!
[oefening gehoortraining linken]